In de jaren negentig heeft een onderzoek plaats gevonden naar de fysieke arbeidsbelasting van de inzamelaar van huishoudelijk afval. Het betrof het inzamelen door middel van huisvuilzakken, minicontainers met achterbelading en wijkcontainers. Het onderzoek was gericht op zowel de energetische belasting als ook op trekken/duwen, tillen e.d. Op basis van dit onderzoek is vastgesteld wat per achturige werkdag door een werknemer opgehaald kan worden. Het uitgangspunt daarbij is dat er door het werk geen gezondheidsklachten van spieren, gewrichten en de rug kunnen ontstaan. Het aantal ton of colli in te zamelen per werkdag is gekoppeld aan leeftijd. Het geheel staat bekend als P90-norm. Het woord norm is in feite niet correct; het betreft een richtlijn om de werkzaamheden in te delen. P-90 verwijst naar het feit dat 90% van de werknemers het werk uit kan voeren zonder (verhoogde) kans op gezondheidsklachten.
Overzicht beladersnormen per dag in tonnen/colli:
Leeftijd |
Zakken buitenwijk |
Zakken stadswijk |
Minicontainers |
Wijkcontainers |
18 tot 30 jaar |
12,8 / 1829 |
8,8 / 1257 |
11,3 / 514 |
15,2 / 138 |
30 tot 40 jaar |
9,3 / 1329 |
6,4 / 914 |
8,3 / 377 |
13,7 / 125 |
40 jaar en ouder |
5,8 / 829 |
4,0 / 571 |
5,2 / 236 |
8,6 / 78 |
Het inzamelen van huishoudelijk afval met andere inzamelmethoden (bijvoorbeeld grof huishoudelijk afval door een vrachtauto met autolaadkraan, minicontainers met zijbelading, ondergrondse/bovengrondse containers en plastic verzamelafval) valt niet onder de P-90 norm. Hetzelfde geldt voor bedrijfsafval.