Vragen over de arbocatalogus?
Onze adviseurs preventie staan voor je klaar
Indien de chauffeur/belader in contact kan komen met gevaarlijke stoffen, bijvoorbeeld bij het inzamelen van klein chemisch afval, worden niet alleen de handschoenen en de veiligheidsschoenen aangepast, maar beschermen ook de kleding en oogbescherming de chauffeur tegen chemische risico’s.
Doorwerkkleding beschermt de chauffeur/belader tegen regen en/of kou. De kleding (bijvoorbeeld de jas) is waterdicht en kan tevens in een gevoerde uitvoering bescherming bieden tegen kou. De belader draagt de regenkleding tijdens fysieke inspanning. Daarom zijn de ventilatie-eigenschappen van het materiaal extra belangrijk. Ademende stoffen hebben de voorkeur. Naden in de kleding kunnen lekkage veroorzaken. Ze worden zo min mogelijk toegepast en eventueel gelast of getapet.
Gehoorbescherming beschermt het gehoor indien geluidsgrenzen overschreden worden. Dit kan voorkomen bijvoorbeeld bij het gebruik van de autolaadkraan. Er zijn oorpluggen en –doppen, oorkappen en otoplastieken. Afhankelijk van de verblijfsduur in de omgeving met lawaai, het geluidsniveau, de gewenste demping van de gehoorbescherming, omgevingskenmerken (bijvoorbeeld stoffige, vochtige en warme omgeving) en de gewenste communicatie met de omgeving wordt een keuze gemaakt.
De werkgever stelt voor de werknemer PBM’s beschikbaar, onderhoudt en vervangt deze indien nodig. Bij de keuze staat het gewenste beschermingsniveau voorop, maar er wordt niet voorbij gegaan aan het gebruikerscomfort. Het gebruik van de juiste PBM’s is afhankelijk van de gevarenbron en blijkend uit de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E).
PBM mogen pas gebruikt worden als ze aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Belangrijk is dat het PBM voorzien is van een CE-markering en een gebruiksaanwijzing. De fabrikant moet een technisch dossier van het product aanleggen en aangeven welke veiligheid van de PBM verwacht kan worden.
Daarnaast dient een ter beschikking gesteld PBM in overeenstemming te zijn met de betreffende bepalingen inzake ontwerp en constructie op het gebied van veiligheid en gezondheid, bedoeld in het Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen.
De veiligheidsschoenen beschermen de voeten tegen gevaren zoals stoten, knellen en het trappen in scherpe voorwerpen. De schoenen hebben een gesloten hielpartij, een ‘stalen’ neus, antistatische eigenschappen, een energie- absorberende hak, een oliebestendige zool en waterafstotend bovenleer. De zolen van de schoenen hebben tevens antislipeigenschappen. In het afval kunnen scherpe voorwerpen zitten. Men kan hierin stappen en daardoor snijwonden oplopen. Om dit te voorkomen moet men veiligheidsschoenen met ondoordringbare tussenzool (type S3) dragen.
De standaard werkhandschoenen voor de chauffeur/belader beschermen de handen tegen gevaren zoals snijden, schuren, scheuren en prikken. Handschoenen, die bescherming bieden tegen ‘mechanische gevaren’ voldoen.
Werkhandschoenen moeten in het gebruik zo comfortabel mogelijk zijn zonder afbreuk te doen aan de beschermende werking.
Bij aanraking van afval moeten handschoenen snijvast zijn om snijverwondingen te voorkomen. Afhankelijk van het in te zamelen afval dient er beoordeeld te worden welke type handschoenen de medewerker het best beschermd. Als de handschoen bijvoorbeeld ook bestand moet zijn tegen doorboring van een spuitnaald dan dient de handschoen hierop te worden uitgezocht. Bij contact met chemicaliën zijn handschoenen nodig die bestand zijn tegen de chemische verbindingen waaraan men bloot wordt gesteld.
Aan het symbool op een handschoen is te zien, tegen welk risico een handschoen beschermt.
Controleer vooraf de geschiktheid van de handschoenen. De getallen onder het symbool met de hamer geven aan hoe sterk de handschoen is. De schaal van loopt 1 tot 5, waarbij 5 het sterkst is.
Beoordeel de staat van de handschoenen. Ze moeten je beschermen en dat kan niet met gaten of bij hoge slijtage.
Zichtbaarheidskleding zorgt ervoor dat de chauffeur/belader bijvoorbeeld op het laad-losterrein of langs de weg tijdig gezien wordt als een persoon. En goed contrast tussen de fluorescentie en achtergrond en een voldoende groot reflecterend oppervlakte zijn vereist. Het reflecterend oppervlak bestaat meestal uit twee banen of horizontaal of verticaal.
Bij werkzaamheden dient de chauffeur/belader te beschikken over stevige werkkleding. Geschikte werkkleding geeft voldoende bescherming tegen scherpe voorwerpen en voldoet aan eisen voor slijtvastheid, wasbaarheid en draagcomfort. De stofkeuze is van belang voor voldoende ventilatie om een overmaat aan transpiratie te voorkomen.
Tijdens werkzaamheden op terreinen en de openbare weg is het verplicht om minimaal waarschuwingskleding (zichtkleding) van klasse 2 voor het bovenlichaam te dragen. Beschermende waarschuwingskleding met hoge zichtbaarheid moet voldoen aan norm NEN-EN-ISO 20471:2013 (voorheen de EN-471 norm).
Zichtbaarheidskleding kan bestaan uit bijvoorbeeld een verkeersvest wat over de kleding gedragen wordt. Of de slechtweerkleding (werkjas of doorwerkjas) of zomerkleding (t shirt) wordt verhoogd zichtbaar gemaakt door reflecterende banen. Bij weer met slecht zicht en schermer/duisternis is reflecterende onderkleding (broek) aanbevolen.