Vragen over de arbocatalogus?
Onze adviseurs preventie staan voor je klaar
Houd bij de aanschaf van arbeidsmiddelen rekening met een zo laag mogelijke geluidsproductie en dat het totale geluidsniveau van alle arbeidsmiddelen samen in de ruimte onder de 80 dB(A) blijft.
Houd bij de bouw van een magazijn rekening met geluidsabsorberende voorzieningen als werkzaamheden en/of handelingen worden verwacht waarbij geluid vrijkomt.
Stel geschikte gehoorbescherming beschikbaar voor de werknemers die in het “lawaai-“gebied werkzaam zijn en die dit gebied betreden.
Onderzoek de mogelijkheid tot alternatieve werkmethode die leiden tot minder blootstelling aan lawaai.
Goed onderhoud voorkomt onnodige geluidstoename. Hiermee wordt voortijdige slijtage voorkomen. Loskomende onderdelen moeten worden vastgezet; dat voorkomt een onnodige geluidstoename.
Controleer periodiek de goede staat en juiste werking (door geluidsmetingen) van de geluidsabsorberende voorzieningen van de arbeidsmiddelen, de goede staat van de geluidsabsorberende voorzieningen van de ruimte en of de werkzaamheden worden uitgevoerd zoals afgesproken en waarbij zo weinig mogelijk geluid wordt geproduceerd.
Beperk de duur en intensiteit van de blootstelling aan lawaai.
Plaats pictogrammen voor het dragen van gehoorbescherming bij het betreden van de gebieden waar dit verplicht is.
In het kader van geluidsblootstelling dient er geïnventariseerd en geëvalueerd (RI&E) te worden: aard, mate en duur van blootstelling. Op basis van uitkomsten, dienen passende maatregelen te worden genomen.
Wanneer op een normale toon converseren mogelijk is en men zonder stemverheffing op 1 meter afstand verstaanbaar is, kan men uitgaan van een geluidsniveau van minder dan 80 dB(A) en is een geluidsmeting niet nodig. Moet men spreken met stemverheffing op 1 meter afstand dan bestaat de kans op gehoorschade en dienen geluidsmetingen uitgevoerd te worden. Het eindresultaat van een geluidsmeting is gebaseerd op een dagdosis van 8 uur een arbeidsleven lang. Er kan op functieniveau gemeten worden of op werkplekniveau.
De kans op gehoorschade door lawaai of schadelijk geluid wordt voorkomen of gereduceerd door de volgende maatregelen.
Hanteer passende werkschema’s met andersoortige werkzaamheden.
Zorg dat werkzaamheden met zo min mogelijk geluidsproductie kunnen worden uitgevoerd. Plaats verder de werkzaamheden die geluid produceren bij elkaar en (af)gescheiden van de overige ''stille'' werkplekken.