Klimaat

De algemene maatregelen om ervaren discomfort ten gevolge van klimatologisch omstandigheden en luchtkwaliteit te beperken zijn voor de ruimten buiten de koel- en vriescellen:
 

• De temperatuur in het magazijn is afgestemd op de aard van de werkzaamheden en de beschermende factor van de voorgeschreven kleding.
• Tocht wordt beperkt door bijvoorbeeld het plaatsen van tochtdeuren of een tochtsluis en door afspraken te maken over het openstaan van buiten- en binnendeuren.
• Koudeval wordt beperkt door bijvoorbeeld dubbel glas, geïsoleerde muren en daken.
• De luchtvochtigheid in het magazijn wordt op peil gehouden en bij voorkeur tussen de 30 en 70%.

Bij werkzaamheden in een hal met temperaturen lager dan 10 graden Celsius, uitgezonderd koel- en vriescellen, kunnen afhankelijk van de fysieke belasting en de luchtstroom de volgende specifieke maatregelen genomen worden:
 

• Plaatsen van tijdelijke verwarming.
• Kleding wordt aangepast.
• De arbeid wordt afgewisseld met een verblijf in een ruimte met normale klimaatomstandigheden (hersteltijd).

Bij werkzaamheden in een hal met temperaturen boven 30 graden Celsius, kunnen afhankelijk van de fysieke belasting en de luchtvochtigheid de volgende specifieke maatregelen genomen worden:

• Plaatsen van ventilatoren of airco.
• De aaneengesloten duur van de arbeid wordt beperkt.
• De arbeidstijden worden aangepast.
• De arbeid wordt afgewisseld met een verblijf in een ruimte met normale klimaatomstandigheden (hersteltijd).